In de nieuwsbrief van NOC*NSF, Lopend Vuur, vertelt technisch directeur van de KNHS, Maarten van der Heijden over het transport en de logistiek van de Olympische paarden naar Rio de Janeiro, Brazilië. Bij een dergelijk groots transport spelen velen aspecten een rol. Hebben paarden bijvoorbeeld ook last van jetlag en wat eten de paarden in Rio?
Hoewel Van der Heijden met zijn teammanagers inmiddels een schat aan ervaring heeft, zijn zij al een paar jaar bezig met het transport en verblijf van de paarden voor de komende Spelen. “We zijn al zó lang aan het trainen om straks een topprestatie neer te zetten. Dan wil je natuurlijk niets aan het toeval overlaten”, verklaart Van der Heijden, die vrijwel alles zwart op wit heeft staan.
Van Luik naar Rio
De paarden vliegen allemaal met een directe vlucht van Luik naar Rio. Ze arriveren ’s avonds laat of vroeg in de nacht. Zo ontlopen ze het vele verkeer in de stad. “Onze ervaren paarden hebben allemaal al enkele keren gevlogen, dus de reis verloopt vrij goed”, verzekert de technisch directeur. “Ze reizen in een soort open trailer, die lijkt op wat je ook vaak ziet achter een personenauto. Daar staan ze dan met z’n tweeën in en krijgen ze voldoende hooi om de reis te kunnen overbruggen. In tegenstelling tot de atleten hebben ze overigens geen last van een jetlag. Paarden slapen alleen korte stukjes door de dag en nacht heen.”
Quarantaine
De gezondheidsvoorschriften zijn streng, maar in vergelijking met de Spelen van 2008 valt het hartstikke mee. Van der Heijden: “Destijds moesten de paarden veertien dagen in quarantaine. Tijdens het WK in 2010 in Kentucky moesten de paarden na de vlucht ook lang over land vervoerd worden en dat is niet ideaal. Dit keer hoeven ze in Nederland niet in quarantaine en rijden ze vanaf het vliegveld direct met een truck naar de venue. Daar gaan ze 48 uur in quarantaine en worden ze van top tot teen onderzocht.”
Voeding
Zo’n korte quarantaineperiode heeft volgens Van der Heijden geen invloed op de prestaties van de paarden. Voeding daarentegen wel. “We hebben de paarden heel lang getraind op een specifieke combinatie van bepaalde voedingssoorten en -supplementen. Je gaat dan natuurlijk niet op het moment suprême overstappen op iets anders uit Brazilië. We nemen al het krachtvoer mee en dat gaat om enorme hoeveelheden. Het kost gigantisch veel tijd om ervoor te zorgen dat alles ingevoerd mag worden.”
Topvorm
Het Nederlands team neemt twintig paarden mee; vier per discipline plus steeds een reservepaard. Per discipline reist er één dierenarts mee, omdat die handelend kan optreden indien nodig. Hoe het team eruit gaat zien, is pas half juli bekend. “We willen de combinaties meenemen die kort voor Rio in topvorm zijn, zodat we met een zo sterk mogelijk team kunnen vertrekken”, aldus Van der Heijden. “We hebben de meest succesvolle jaren uit de geschiedenis van de paardensport achter de rug. Daardoor zijn wij in Rio het wild waar op gejaagd wordt door de rest van de wereld. De druk is hoog, maar onze doelstelling ook. We willen minstens net zo goed presteren als tijdens de Spelen in Londen.”